Les geven
Gebruik magneten op demonstratiebordVijf op een rij (leuk spel!)
Schaakhappening (uitleg)
Les geven op een "witte" en "zwarte" school
Schaakhappening
Twee keer per jaar hebben we voor de deelnemende kinderen een evenement georganiseerd. De activiteiten waren laagdrempelig, zodat alle kinderen een leuke middag hadden. De kinderen werden in groepen ingedeeld en kregen verschillende activiteiten aangeboden. Om de 20 minuten draaiden de groepen door naar de volgende activiteit. Een school met diverse lokalen is perfect voor zo'n opzet, al hebben we – bij mooi weer – ook de meeste onderdelen buiten kunnen doen.
Schaaktekeningen inkleuren, kijken naar een compilatie van leuke schaakfilmpjes, een "schaakestafette" en "stukken opzetten" zijn voorbeelden van activiteiten waarvoor geen schaakkennis vereist is.
Voor schaakspelletjes als worteltjes eten, vijf op een rij, weggeefschaak, dobbelschaak en koningswoord is wel enige schaakkennis vereist, al kan men ze allemaal op zijn eigen niveau spelen.
In het computerlokaal kon met onder begeleiding schaken leren met "Chess-tutor".
De betere schakertjes konden tegen Hans Böhm (de ambassadeur van de Schaakkaravaan) snelschaken of meedoen in een simultaan.
Uiteraard werden deze middagen afgesloten met de nodige attenties en prijsjes voor de kinderen.
In hetzelfde kader zijn we twee keer naar de bioscoop geweest om Lang leve de koningin te bekijken. Een volle zaal met kinderen en ouders genoot van deze fraaie film, gemaakt door Esmé Lammers, de kleindochter van Max Euwe.
Hieronder volgt nadere informatie over de genoemde onderdelen.
Worteltjes eten
Je zet op de 4e en 5e rij allemaal pionnen ("worteltjes") neer. Beide spelers krijgen een paard en gaan dan met hun paard pionnen slaan (worteltjes eten). Voor een jong kind is het al een heel ander spel als je allebei met 2 paarden mag spelen. In plaats van pionnen kan je natuurlijk ook snoepjes, smarties of pepernoten gebruiken.
Koningswoord
Midden op het bord liggen op elk veld papieren vierkantjes met op de achterkant een letter.Daarna gaat de spelers het spelletje "koning tegen koning" spelen: ze moeten met hun koningen (van e1 en e8) zoveel mogelijk vierkantjes slaan. Let op: tussen de koningen moet altijd één veld zitten.
De winnaar is degene die de meeste vierkantjes heeft veroverd.
Als extra opdracht kan je de spelers met de letters op de achterkant een lang of mooi woord laten maken.
Weggeefschaak
Je moet zo snel mogelijk al je stukken weggeven of zorgen dat je geen enkele zet meer kan doen. Slaan is verplicht. Als je meerdere stukken kan slaan, dan mag je zelf kiezen welk stuk je slaat. Schaak bestaat niet: de koning kan ook geslagen worden.Voor beginnende schaker een leuk en nuttig spel, omdat het spel heel concreet is ("je moet slaan"). Daarnaast leren de kinderen beter over het hele bord kijken.
Dobbelschaak
De worp met de dobbelsteen bepaalt met welk stuk je moet zetten. Als je daarmee geen zet kan doen, dan mag je nog een keer gooien, net zo lang tot je wel kan spelen.Het doel is om als eerste de koning van de ander te slaan. Als een koning aangevallen ("schaak") staat heb je pas gewonnen als je de beurt daarna de koning kan slaan. (dan moet je dus eerst nog goed gooien!)
Als je wilt (en kunt) rokeren, dan mag dat als je een 1 of een 3 gooit.
1=koning 4=paard 2=dame 5=loper 3=toren 6=pion
Schaakestaffette
Je verdeelt de groep in tweeën. Elke groep moet zijn stukken (wit of zwart) zo snel mogelijk in de beginstelling op het bord plaatsen. Van de beginpositie tot het bord moet een redelijke afstand zijn, zodat de kinderen met het schaakstuk moeten rennen. Nadat een speler het stuk heeft geplaatst op het bord moet hij terugren naar het begin en de volgende speler aantikken zodat die het volgende stuk op het bord kan plaatsen. De ploeg met de snelste tijd heeft gewonnen.Je kan op de route naar het bord hindernissen plaatsen. Elk schaakspel kan je voor dit spel gebruiken, maar het is wel handig als je over een groot spel kan beschikken.
Stukken opzetten
Elk kind begint met een leeg bord en een doos schaakstukken. Met stopwatch wordt gemeten wie het snelste de beginstelling op het bord weet te zetten.
Vijf op een rij
De meeste kinderen kennen het spelletje 4 op een rij, dus 5 op een rij zal niet al te moeilijk zijn. De spelregels zijn als volgt:
- Zet om de beurt een stuk (
) op het lege bordje
- Vanuit die stand ga je spelen
- Je mag niet slaan
- Wie het eerst 5 stukken op 1 rij (schuin of recht) heeft wint het spel



Tijdschema (voorbeeld)
-
→ Er zijn 5 activiteiten.
→ Om de 20 minuten draaien we door.
→ De volgorde van de activiteiten staat op het scoreformulier.
→ Tussendoor krijgen de kinderen een hapje / drankje.
Inloop en ontvangst 13.45 – 14.10 1e ronde 14.10 – 14.30 2e ronde 14.30 – 14.50 3e ronde 14.50 – 15.10 4e ronde 15.10 – 15.30 5e ronde 15.30 – 15.50 Prijsuitreiking 15.50 – 16.00
Vragen of suggesties ter aanvulling? Laat het ons weten!
Kleurplaten

Impressie Schaakhappening
Lees het verslag en bekijk de foto's van de 2e Schaakhappening.
nadere inlichtingen:
Max Euwe Centrum,t 020-6257017
e euwemec@xs4all.nl